Cursusperioden bepalen het begin en het einde van een semester. Je kunt instellen dat een cursus alleen gedurende een bepaalde cursusperiode beschikbaar is. Zie Cursussen beheren voor meer informatie over het instellen van cursuseigenschappen.

U kunt de ingestelde perioden bekijken door naar het configuratiescherm voor systeembeheer te gaan. Selecteer in het gedeelte Cursussen de optie Perioden. Op de pagina Perioden zie je een tabel met de volgende informatie:

  • Naam: de naam van elke periode.
  • Duur: de duur van elke periode.
  • Beschikbaarheid: of de periode beschikbaar is gemaakt in het systeem.
  • Gegevensbron: hoe de periode is gemaakt binnen het systeem.
  • Cursussen: het aantal cursussen dat is gekoppeld aan een periode. Selecteer het getal om de gekoppelde cursussen weer te geven. Raadpleeg Cursussen maken voor meer informatie over het koppelen van een periode aan een cursus.

Een periode toevoegen of wijzigen

  1. Open het configuratiescherm voor systeembeheer en selecteer in het gedeelte Cursussen de optie Perioden.
  2. Selecteer Periode maken om een nieuwe periode te maken.
    -OF-
    Als je een bestaande periode wilt wijzigen, open je het menu van de periode en selecteer je Bewerken.
  3. Typ op de pagina Periode bewerken een naam en eventueel een beschrijving voor de periode.
  4. Selecteer Ja bij Beschikbaarheid om de periode beschikbaar te maken voor cursussen binnen Blackboard Learn. Selecteer Nee om de periode niet beschikbaar te maken.
  5. Stel de duur in voor de periode.
    • Doorgaand: hiermee definieert u een periode zonder begin of einde.
    • Datums selecteren: hiermee kunt u kalenderdatums selecteren voor het begin en het einde van de periode. De begindatum moet voorafgaan aan de einddatum. Cursussen komen beschikbaar op de ochtend van de begindatum (00:01). De beschikbaarheid van cursussen loopt af in de avond van de einddatum (23:59).
    • Dagen vanaf einddatum van inschrijving: hiermee geeft u aan dat een periode begint op de einddatum van de inschrijvingstermijn en dan een bepaald aantal dagen duurt.
  6. Selecteer Verzenden.

Perioden verwijderen

Wanneer je een periode verwijdert, kun je de periode niet meer terughalen. Ga daarom zorgvuldig te werk wanneer u perioden verwijdert waaraan cursussen zijn gekoppeld.

  1. Open het configuratiescherm voor systeembeheer en selecteer in het gedeelte Cursussen de optie Perioden.
  2. Open het menu op de pagina Perioden en selecteer Verwijderen. Je kunt ook het selectievakje van een of meer perioden inschakelen en vervolgens Verwijderen selecteren.

Cursussen bekijken die zijn gekoppeld aan perioden

  1. Open het configuratiescherm voor systeembeheer en selecteer in het gedeelte Cursussen de optie Perioden.
  2. Open het menu op de pagina Perioden en selecteer Cursussen weergeven. Je kunt ook het getal in de kolom Cursussen selecteren.
  3. De pagina Cursussen voor periode bevat alle cursussen die zijn gekoppeld aan een periode, met de volgende gegevens:
    • Cursus-ID
    • Naam cursus
    • Gemaakt op
    • Gebruikersnaam cursusleider
    • Naam cursusleider
    • Gegevensbronsleutel