Downloadlocatie voor bestanden

In de meeste browsers kun je aangeven waar de bestanden die je opent in cursussen worden gedownload. Ga bijvoorbeeld in Chrome naar Instellingen > Geavanceerd > Downloads. Je kunt de locatie selecteren voor het downloaden van bestanden en je kunt kiezen of je de browser dit elke keer wilt laten vragen. In Safari heb je dezelfde mogelijkheden. Ga naar Voorkeuren > Algemeen > Bestandslocatie downloads. Je kunt online een zoekopdracht uitvoeren voor meer informatie over de keuzemogelijkheden voor het downloaden van bestanden in andere browsers.


De instelling en de cursusleider bepalen welke tools beschikbaar zijn.

Bestanden en multimedia

Je kunt bestanden, afbeeldingen, video en audio toevoegen als je inhoud maakt voor je cursus. In discussies kun je bijvoorbeeld bladeren naar een mediafragment op je computer of de Content Collection, mits je hier toegang toe hebt.

Afhankelijk van het type inhoud, kun je de functies in de editor gebruiken om inhoud in te sluiten in je tekst. Je bepaalt zelf hoe de inhoud wordt weergegeven en je kunt de volgorde en het uiterlijk altijd wijzigen.

In sommige gevallen kun je via een speciale sectie voor bijlagen bladeren naar bestanden.

Je kunt social media van YouTube of Flickr aan je inhoud toevoegen. We noemen deze elementen van social media die in een cursus worden opgenomen ‘mashups’. In een mashup worden elementen uit twee of meer bronnen gecombineerd. Als je bijvoorbeeld een video op YouTube™ bekijkt in een cursus, maak je gebruik van een mashup.

Meer informatie over mashups


Bestanden toevoegen aan inhoud

Als je bestanden aan je cursus kunt toevoegen, dan kun je de functie Bladeren op mijn computer gebruiken om een bestand te selecteren. Als je toegang hebt tot de Content Collection, kun je de functie Bladeren in Content Collection gebruiken voor sommige inhoudstypen.

Wanneer je de functie Inhoud toevoegen van de editor gebruikt, kun je exact aangeven waar de koppeling naar het bestand moet worden weergegeven in de inhoud.

Het venster Bladeren in Content Collection bevat tabbladen en functies, zodat je eenvoudig naar bestanden kunt bladeren en ernaar kunt zoeken.

  1. De tabbladen Bladeren, Uploaden en Geavanceerd zoeken:
    • Blader naar Content Collection-mappen waartoe je toegang hebt.
    • Je kunt een bepaald bestand uploaden, meerdere bestanden of een gecomprimeerd pakket.
    • Voer een geavanceerde zoekopdracht uit. Je kunt zoeken naar bestands- en mapnamen, metagegevens, bestandsinhoud, aanmaakdatum en meer.
  2. Lijstweergave en Miniatuurweergave: U kunt bestanden en mappen in Cursusbestanden weergeven als een lijst met bestandsnamen of als miniaturen (kleine afbeeldingen).
  3. Broodkruimels: Gebruik de breadcrumbs (broodkruimels) om te navigeren naar andere mappen.
  4. Zoeken naar inhoud: Voer een eenvoudige zoekopdracht uit naar bestands- en mapnamen.
  5. Gebruik de selectievakjes om de bestanden en mappen te selecteren die je in het inhoudsitem wilt opnemen. Je kunt het selectievakje in de koptekst selecteren om alle zichtbare items te selecteren.
  6. Items selecteren: De bestanden en mappen die u selecteert, worden hier weergegeven. Selecteer het pictogram Lijst tonen om je selecties te bekijken. Als je een item wilt verwijderen, selecteer je de bijbehorende X.

Meer informatie over Content Collection

Inhoud uploaden uit Dropbox

Als je instelling de integratie met Dropbox Education heeft ingeschakeld, kun je direct een koppeling maken met je Dropbox-inhoud in de meeste gebieden met behulp van de functie Inhoud toevoegen van de inhoudseditor. Je kunt bestanden ook direct vanuit je Dropbox uploaden wanneer je opdrachten verzendt.

Wanneer je Dropbox Education de eerste keer opent vanuit Blackboard Learn, wordt je gevraagd een account te maken of om je direct bij je huidige account te verifiëren. Wanneer je je hebt aangemeld, blader je door Dropbox en selecteer je de inhoud.

Afbeeldingen toevoegen in de editor

Je kunt bepalen waar afbeeldingen worden weergegeven ten opzichte van je tekst. Selecteer het pictogram Inhoud toevoegen om een lokaal afbeeldingsbestand te selecteren en in het tekstgebied te voegen, of om het bestand te uploaden uit een andere beschikbare bron. Je kunt ook een afbeelding insluiten of bewerken via het contextmenu (klikken met de rechtermuisknop). Een eerder toegevoegde afbeelding kun je groter of kleiner maken in het tekstgebied. Sleep hiervoor de hoeken of zijkanten van een afbeelding.

Je kunt de volgende veelgebruikte afbeeldingstypen toevoegen: PNG, GIF, JPG, SVG, BMP en ICO.

Als je de afbeelding niet wilt insluiten in de tekst, selecteer je het pictogram Bestand invoegen. Blader naar het afbeeldingsbestand en maak een koppeling die gebruikers selecteren om de afbeelding in een ander venster of tabblad te bekijken. In sommige gedeelten van je cursus kun je ook bestanden vanaf je computer of kun je de optie Bladeren op mijn computer gebruiken.

Afbeeldingsinstellingen

De volgende afbeeldingsinstellingen zijn niet meer beschikbaar in de Inhoudseditor. Je kunt deze instellingen weergeven door het afbeeldingsbestand van je computer toe te voegen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de sectie Bijlagen. Wanneer het geselecteerde bestand geüpload en zichtbaar is, selecteer je de optie Mediabestand weergeven op de pagina in het menu Bestandsactie.

Elk ingevoegd bestand, koppelingsafbeelding of andere media wordt ingevoegd in een 'nieuwe regel' om te voorkomen dat opeenvolgende ingevoegde items met elkaar botsen. Regeleindes worden gemaakt wanneer een afbeelding wordt ingevoegd in een bestaande tekstregel. Verwijder de regeleindes om deze tekst om de afbeelding heen te laten stromen.

Je kunt alternatieve tekst toevoegen om de afbeelding te beschrijven voor mensen die een schermlezer gebruiken of die webpagina's bezoeken met afbeeldingen uitgeschakeld. Je kunt ook een titel toevoegen die wordt weergegeven als een gebruiker met de muisaanwijzer over een afbeelding gaat.

Je kunt de positie en weergave van de afbeelding te bepalen. Er worden pixels gebruikt voor de afmetingen, witruimte en de breedte van de rand. Je kunt ook een doel-URL toevoegen om de afbeelding als een koppeling te laten werken en om te bepalen of de doelpagina in een nieuw venster wordt geopend.


Mediabestanden toevoegen in de editor

Je kunt bepalen waar mediabestanden worden weergegeven ten opzichte van je tekst. Selecteer het pictogram Ingesloten media invoegen/bewerken om een mediaclip toe te voegen aan het tekstgebied of een bestaand, geselecteerd media-item te bewerken. Je kunt ook het contextmenu (rechtermuisklik) gebruiken om de eigenschappen van een bestaande, geselecteerde mediaclip te bewerken.

Als je niet wilt dat het mediabestand ingesloten wordt weergegeven in de tekst, kun je het als bijlage toevoegen door het bronbestand te uploaden vanaf je computer, de Content Collection of de cloudopslag. Dit is alleen mogelijk als de sectie waaraan je inhoud wilt toevoegen, toestaat om bijlagen toe te voegen. Je moet de optie Een koppeling naar dit bestand maken gebruiken.

Media-instellingen

In tegenstelling tot afbeeldingen, bieden andere mediatypen (inclusief documenten) geen aanpassing van instellingen of om het mediabestand weer te geven op de pagina als je de optie Bijlagen gebruikt. Je kunt alleen bepaalde elementen beheren bij gebruik van de optie Inhoud toevoegen in de Inhoudseditor en de rechtermuisknop of de mashup-opties, zoals eerder is beschreven. 

Voor de afmetingen kun je een grootte opgeven in pixels. Als er geen waarde is ingesteld, wordt de werkelijke grootte in de vakken ingevuld.

Als je in het tabblad Algemeen, voor de breedte en hoogte, het slotpictogram voor Proporties behouden inschakelt en de afmetingen toevoegt, worden de afmetingen van het bestand verkleind zonder horizontale of verticale vervorming.

Op het tabblad Geavanceerd kun je geavanceerde weergave-eigenschappen instellen. Je kunt bijvoorbeeld alternatieve bronnen/een afbeeldings-URL instellen.

Op het tabblad Insluiten kun je aangepaste HTML-code voor media invoeren. Deze functie is bedoeld voor gevorderde webontwikkelaars.