De instelling bepaalt welke tools beschikbaar zijn in de originele cursusweergave. De cijferlijst is altijd beschikbaar voor cursusleiders in de Ultra-cursusweergave.

Cijferlijstberekeningen

Een cijferlijstberekening is een formule die een numeriek resultaat oplevert dat wordt gebruikt om cijfers weer te geven of toe te kennen, meestal op basis van andere beoordeelde items.

In de Ultra-cursusweergave kun je drie soorten berekeningen maken binnen een cursus:

  1. Kolom Totaalberekening: voor het berekenen van een score op basis van punten of gewogen items. Dit wordt meestal gebruikt voor een berekening van een periode om studenten een ander beeld te geven van het totaalcijfer, waarbij de ene wordt uitgedrukt in punten en de andere in percentages. 
  2. Kolom Berekening: voor het berekenen van een score op basis van een aangepaste formule voor een selectie van cursuswerk, zoals alleen bepaalde beoordelingen of categorieën.
  3. Berekening van totaalcijfer: voor het berekenen van het eindcijfer van de cursus op basis van punten, gewogen items of een aangepaste formule. Zie Totaalcijfer voor meer informatie
Calculation options in the grade column menu

In de Ultra-cursusweergave heeft elke cursus één standaard cijfertoekenningsschema dat standaard wordt gebruikt voor cijfers en berekeningen. De naam en waarden van het standaardschema worden gedefinieerd door de beheerder, maar je kunt nieuwe cijfertoekenningsschema's maken en bestaande aanpassen voor je cursus. 

Berekeningen waarvan het resultaat cijfers achter de komma bevat, inclusief herhaalde cijfers, worden afgerond naar twee cijfers achter de komma. Deze afronding is alleen van toepassing op de weergave, waarden worden nooit naar boven afgerond. Verdere berekeningen gebruiken het volledige getal tot 15 cijfers achter de komma. Zie Afhandeling van cijfers achter de komma voor meer informatie.


Kolommen Totaalberekening

Wanneer je de kolom Totaalberekening toevoegt, kun je kiezen uit twee berekeningsmethoden: 

  • Gewogen. Bij de gewogen berekening worden categorieën en cijferitems berekend als een percentage van een eindcijfer van 100%. Je kunt percentagewaarden toewijzen aan elk cursusitem en elke categorie en kiezen of items in dezelfde categorie proportioneel of evenredig moeten worden gewogen.
  • Punten. Een berekening van cijfers op basis van punten kan transparantie bevorderen omdat het duidelijk maakt aan studenten wat veel waard is in een cursus en wat minder waard is. Je kunt selecteren welke categorieën en items je wilt opnemen in de berekening. Het maximumaantal beschikbare punten in de cursus wordt bepaald door de items en categorieën die je in de berekening opneemt.

Wegingskolom toevoegen

  1. Selecteer in de cijferlijst, in de weergave Beoordeelbare items of de Cijferweergave, het plusteken op de plek waar je de nieuwe kolom wilt plaatsen en selecteer Totaalberekening toevoegen.
  2. Voer een titel in voor de berekening. Als je geen titel toevoegt, worden 'Nieuwe totaalberekening' en de datum weergegeven in de cijferlijst. 
  3. Voer onder Instellingen een beschrijving in en selecteer het cijfertoekenningsschema: Punten, Percentage, Letter of Voltooid/Niet voltooid.
  4. Als je de kolom met de berekening wilt weergeven op de pagina Cijfers van studenten, selecteer je Zichtbaar voor studenten. Studenten zien de berekende cijfers op hun pagina Cijfers, maar de beschrijvingen en formules worden verborgen.
  5. Selecteer onder Berekeningstype selecteren de optie Gewogen.
  6. Selecteer onder Beoordeelbare items binnen een categorie de optie Proportioneel of Evenredig.
    • Met Proportioneel worden de onbewerkte scores van de opgenomen kolommen en categorieën opgeteld en wordt de som hiervan vervolgens gedeeld door het totale aantal mogelijke punten om voor elk item in de wegingskolom een percentage te verkrijgen. De op deze manier verkregen percentages behouden de proportionele wegingsfactor van elk item, zodat items met een hogere puntwaarde meer invloed hebben op het berekende cijfer.
    • Wanneer de kolommen en categorieën die je selecteert voor de wegingskolom verschillende puntwaarden hebben, worden deze met de optie Evenredig omgezet in percentages. Van deze percentages wordt het gemiddelde genomen om een gelijke waarde te bepalen voor elk van de items in de wegingskolom. 
  7. Categorieën met items worden als eerste vermeld en geordend op basis van het aantal items in de categorie. Vouw de categorie uit om de items te bekijken. Je hebt nu de volgende mogelijkheden:
    • Een item loskoppelen van de categorie. Dit is handig als je het item afzonderlijk wilt opnemen in de berekening, dus niet voor de rest van de categorie. 
    • Een item of categorie ontgrendelen om de weging te wijzigen. De berekening zorgt ervoor dat alle ontgrendelde items automatisch in evenwicht worden gebracht, zodat de berekening als geheel gelijk is aan 100%. 
    • Een item binnen een categorie uitsluiten bij de berekening van het totaalcijfer. Hiermee worden de itempunten verwijderd van het totale aantal punten dat beschikbaar is in de cursus. Het item of de categorie wordt dan grijs om aan te geven dat het onderdeel niet wordt gebruikt in de berekening. Klik opnieuw op de knop om het item of de categorie wel mee te nemen in de berekening. 
  8. Selecteer voor elke categorie Berekeningsregels bewerken om de huidige instellingen te verifiëren of bij te werken:
    • Met Scores wissen wordt het opgegeven aantal hoogste of laagste cijfers voor elke categorie verwijderd uit de berekening. 
    • Met Alleen deze gebruiken worden alle cijfers uit de berekening verwijderd behalve de hoogste of laagste score.
  9. Selecteer Opslaan.
 Instructor view of the new proportional weighted calculation option. Instructors can see what percentage each item in the category contributes to the overall category weighting

Een puntenkolom toevoegen

  1. Selecteer in de cijferlijst, in de weergave Beoordeelbare items of de Cijferweergave, het plusteken op de plek waar je de nieuwe kolom wilt plaatsen en selecteer Totaalberekening toevoegen.
  2. Voer een titel in voor de berekening. Als je geen titel toevoegt, worden 'Nieuwe totaalberekening' en de datum weergegeven in de cijferlijst. 
  3. Voer onder Instellingen een beschrijving in en selecteer het cijfertoekenningsschema: Punten, Percentage, Letter of Voltooid/Niet voltooid.
  4. Als je de kolom met de berekening wilt weergeven op de pagina Cijfers van studenten, selecteer je Zichtbaar voor studenten. Studenten zien de berekende cijfers op hun pagina Cijfers, maar de beschrijvingen en formules worden verborgen.
  5. Selecteer onder Berekeningstype selecteren de optie Punten.
  6. Categorieën met items worden als eerste vermeld en geordend op basis van het aantal items in de categorie. Vouw de categorie uit om de items te bekijken. Je hebt nu de volgende mogelijkheden:
    • Een item loskoppelen van de categorie. Dit is handig als je het item afzonderlijk wilt opnemen in de berekening, dus niet voor de rest van de categorie. 
    • Een item binnen een categorie uitsluiten bij de berekening van het totaalcijfer. Hiermee worden de itempunten verwijderd van het totale aantal punten dat beschikbaar is in de cursus. Het item of de categorie wordt dan grijs om aan te geven dat het onderdeel niet wordt gebruikt in de berekening. Klik opnieuw op de knop om het item of de categorie wel mee te nemen in de berekening. 
  7. Selecteer voor elke categorie Berekeningsregels bewerken om de huidige instellingen te verifiëren of bij te werken:
    • Met Scores wissen wordt het opgegeven aantal hoogste of laagste cijfers voor elke categorie verwijderd uit de berekening. 
    • Met Alleen deze gebruiken worden alle cijfers uit de berekening verwijderd behalve de hoogste of laagste score.
  8. Selecteer Opslaan.
Creating a weighted total calculation in points

Kolommen Berekening

Als je een kolom Berekening toevoegt, kun je je eigen formules maken die algemene wiskundige bewerkingen gebruiken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen). Daarnaast kun je groepsoperatoren (haakjes) gebruiken.

Je kunt berekeningen toevoegen gebaseerd op het gemiddelde, het totaal, of de maximale of minimale waarde van de variabelen die je toevoegt, zoals categorieën, beoordeelde items en andere berekeningen. Je kunt bijvoorbeeld een berekening toevoegen om het gemiddelde van alle opdrachten weer te geven, zodat studenten een beeld krijgen van hun prestaties als geheel. Je kunt zo veel berekeningen toevoegen als je wilt.

Een kolom Berekening toevoegen

  1. Selecteer in de cijferlijst, in de weergave Beoordeelbare items of de Cijferweergave, het plusteken waar je de nieuwe kolom wilt plaatsen en selecteer Berekening toevoegen.
  2. Voer een titel in voor de berekening. Als je geen titel toevoegt, worden 'Nieuwe berekening' en de datum weergegeven in de cijferlijst. Voer eventueel een beschrijving in.
  3. Selecteer onder Een cijfertoekenningsschema selecteren hoe de berekeningsresultaten moeten worden weergegeven: Punten, Percentage, Letter of Voltooid/Niet voltooid.
  4.  Als je de kolom Berekening wilt weergeven op de pagina Cijfers van studenten, selecteer je Zichtbaar voor studenten. Studenten zien de berekende cijfers op hun pagina Cijfers, maar de beschrijvingen en formules worden verborgen.
  5. Begin met het maken van je formule. Selecteer in het linkervenster een functie, variabele of operator die je wilt toevoegen aan het rechtervenster.

    Selecteer bijvoorbeeld Totaal in het linkervenster om die functie toe te voegen aan het rechtervenster. Vouw de lijst uit en selecteer de items die in de formule worden opgenomen. Als je een categorie kiest, worden alle items in die categorie opgenomen. Je moet beoordeelde items en andere berekeningen afzonderlijk kiezen. Blader door de lijst om alle items te bekijken. Selecteer in het menu Variabele een item om deze op te nemen.

    • Nadat je een keuze hebt gemaakt in het menu, klik je ergens buiten het menu om deze te sluiten en de selectie op te slaan in het rechtervenster. Elk element dat je aan de formule toevoegt, wordt aan het einde van de formule weergegeven. 
    • Als je de volgorde van de formule wilt aanpassen, selecteer je een element en sleep je het naar de nieuwe locatie.
    • Als je een element wilt verwijderen, selecteer je eerst het element en vervolgens de X
    • Als je helemaal opnieuw wilt beginnen, selecteer je Wissen om alle elementen tegelijk te verwijderen.
    • OPMERKING: Je kunt elke functie, variabele of operator hergebruiken.
  6. Selecteer Valideren om de nauwkeurigheid van de formule te controleren. Problemen met de formule worden rood gemarkeerd. Breng waar nodig wijzigingen aan. 
  7. Als er wordt bevestigd dat de formule geldig is, klik je op Opslaan. De nieuwe berekende kolom verschijnt in je cijferlijst. 
Example of gradebook calculation

Selecteer in de weergave Beoordeelbare items de knop Verplaatsen bij de kolom om deze naar een nieuwe locatie te slepen. De gekozen volgorde wordt ook gebruikt in de Cijferweergave en de Cijferweergave an studenten. 

Let op: studenten zien de berekening pas nadat er een cijfer aan is toegewezen en je het item zichtbaar hebt gemaakt.

Functies en variabelen

  • Gemiddelde: Genereert het gemiddelde voor een geselecteerd aantal beoordeelde items, categorieën en andere berekeningen. Je kunt hiermee bijvoorbeeld de gemiddelde score voor alle toetsen berekenen.
  • Totaal: Genereert een totaal dat is gebaseerd op het cumulatieve aantal punten, in verhouding tot het maximale aantal punten. Je kunt selecteren welke beoordeelde items, categorieën en andere berekeningen worden opgenomen in de berekening.
  • Minimum: Genereert het laagste cijfer voor een selectie van beoordeelde items, categorieën en andere berekeningen. Je kunt hiermee bijvoorbeeld de laagste score voor alle opdrachten vinden.
  • Maximum: Genereert het hoogste cijfer voor een selectie van beoordeelde items, categorieën en andere berekeningen. Je kunt hiermee bijvoorbeeld de hoogste score voor alle discussie vinden.
  • Variabele: Selecteer een individueel beoordeeld item of berekening in het menu. Je kunt één variabele tegelijk toevoegen. Het maximum aantal punten voor een beoordeeld item moet groter zijn dan nul. Ga door met het toevoegen van variabelen uit het linkerdeelvenster indien nodig.

Operatoren

  • Optellen ( + )
  • Aftrekken ( - )
  • Delen ( / )
  • Vermenigvuldigen ( * )
  • Haakje openen (
  • Haakje sluiten )
  • Waarde: Voer een numerieke waarde in in het tekstvak dat verschijnt in de formule. Je kunt zeven cijfers invoeren vóór de komma en vier erna. Wanneer de berekening wordt gegenereerd en het cijfer wordt weergegeven in de cijferballen van studenten, staan er slechts twee cijfers achter de komma.

Voorbeeld van formule voor het totaal voor het eerste kwartaal

Je kunt een Totaalberekening maken met daarin de categorieën Opdracht en Toets en het Aanwezigheidscijfer, maar zonder het cijfer voor de Pop Quiz.

  • De categorieën Opdracht en Toets staan in het menu Totaal
  • Aanwezigheid en Pop Quiz zijn afzonderlijke beoordeelde items in het menu Variabele.

Formule: Totaal van de categorie Opdracht + categorie Toets + Aanwezigheid - Pop Quiz

Voorbeelden van foutberichten

  • Niet-overeenkomende operator: Symbolen zoals (+) of ( -) komen niet overeen met een ander deel van de formule. Voorbeeld: beoordeeld item + (niets).
  • Niet-overeenkomende functie, variabele of waarde: Dit bericht verschijnt meestal als er een operator ontbreekt tussen twee variabelen, zoals twee beoordeelde items of categorieën.
  • Sommige foutberichten zijn specifiek, zoals Niet-overeenkomend haakje openen, en geven precies aan wat er ontbreekt.

Toetsenbordopdrachten

Als je toetsenbordnavigatie gebruikt, kun je met Tab schakelen tussen deelvensters om een formule samen te stellen.

Voeg functies en operatoren toe aan de formule. Gebruik in de deelvenster Functie en Operator de toetsen Pijl-omhoog en Pijl-omlaag om een item te selecteren in de lijst en druk vervolgens op Enter om het item aan de formule toe te voegen.

Wijzig de volgorde van de formule. Verplaats de focus naar een item in de formule en druk op Enter. Gebruik de pijltoetsen om het item te verplaatsen en druk op Enter om het op de nieuwe positie neer te zetten.

Selecteer items voor gebruik in functies. Verplaats de focus naar een functie of variabele in de formule en druk op de spatiebalk. Selecteer in het menu de cijferlijstitems die je wilt opnemen in de formule. Druk op Esc om het menu te sluiten.