De opties van een item weergeven

Nadat je inhoudscontainers hebt gemaakt, zoals inhoudsgebieden, leermodules, lesoverzichten en mappen, ga je inhoud maken voor die containers. Alle items en inhoudscontainers, behalve inhoudsgebieden, kun je op dezelfde manier wijzigen en beheren. Het is niet mogelijk om een inhoudsgebied naar een ander inhoudsgebied te kopiëren of verplaatsen. Ook kun je criteria instellen voor het vrijgeven van een inhoudsgebied.

Zorg ervoor dat de bewerkingsmodus is ingeschakeld, zodat je toegang hebt tot alle functies voor cursusleiders.

Wanneer je het menu van een item weergeeft, zie je daar opties om instellingen te wijzigen, de beschikbaarheid aan te passen en metagegevens te maken. Je kunt opties inschakelen voor bijvoorbeeld de doorneemstatus, adaptieve inhoud en het traceren van statistieken. U kunt uiteraard ook inhoud kopiëren, verplaatsen en verwijderen. Je kunt inhoud op een andere positie weergeven en details van inhoud verbergen om schermruimte te besparen.

  1. Open het menu van een item om de beschikbare opties weer te geven, zoals Bewerken. Als een optie niet wordt weergegeven, is die optie niet beschikbaar voor dat type inhoud. Open voor een inhoudsgebied het menu naast de titel en selecteer Bewerken of Verwijderen.
  2. Wijzig de positie van inhoud door te slepen met de muis.
  3. Je kunt hiervoor ook de tool Volgordeaanpassing toegankelijk via toetsenbord gebruiken.
  4. Selecteer Details verbergen om de beschrijving samen te vouwen en zo schermruimte te besparen. Selecteer het pictogram nogmaals om de beschrijving weer uit te vouwen. Als een cursusgebied verschillende items en beschrijvingen bevat, moet je scrollen om de hele pagina te zien. Een samengevouwen beschrijving blijft ook na afmelden en opnieuw aanmelden verborgen. Studenten kunnen beschrijvingen niet samenvouwen.

Als je een meterpictogram ziet staan naast bestanden, maakt de instelling gebruik van Blackboard Ally om de toegankelijkheid van je cursusinhoud te meten. Ga voor meer informatie naar Ally - Help voor cursusleiders.


Inhoudscontainers en inhoud bewerken

Als je de naam, beschrijving, weergave, opties of beschikbaarheid wilt wijzigen voor een item, geef je het menu van het item weer en selecteer je Bewerken. Open voor een inhoudsgebied het menu naast de titel en selecteer Bewerken.

Voer de wijzigingen door op de pagina Bewerken.

Ally in Learn - Cursusleider

Toegankelijkheid van bestanden bekijken en verbeteren

De instelling bepaalt welke tools beschikbaar zijn.

De studenten die je lesgeeft, hebben allemaal unieke leervaardigheden. Als je ervoor kiest om studenten beter toegankelijke inhoud te bieden, kan ieder van hen het formaat kiezen dat het meest geschikt is. Als je instelling gebruikmaakt van Blackboard Ally, kun je de tool gebruiken om ervoor te zorgen dat alle studenten toegang hebben tot de cursusinhoud.

Ally scant de cursusinhoud automatisch en voert stappen uit om bestanden beter toegankelijk te maken.

Aan de slag met Ally

  1. Zoek in de cursus het bestand dat je wilt verbeteren.
  2. Naast de bestandsnaam staat een pictogram waaraan je snel kunt zien wat de toegankelijkheidsscore van het bestand is. Beweeg met de muis over het pictogram om de score te bekijken. Toegankelijkheidspictogrammen bevinden zich altijd naast je bestand, maar de specifieke locatie varieert afhankelijk van het gedeelte in je cursus. Overal in Blackboard Learn staan de meeste toegankelijkheidspictogrammen links van het bestand.
  3. Selecteer het pictogram met de score om te lezen hoe je de toegankelijkheid van het bestand kunt verbeteren.
  4. Ally wordt geopend en je ziet stappen om het bestand te bewerken voor een betere toegankelijkheid en om het te optimaliseren voor alternatieve formaten.

Toegankelijkheid van cursusinhoud verbeteren

Studenten zien de toegankelijkheidsscore van een bestand niet. In plaats daarvan kunnen studenten kiezen uit de alternatieve indelingen die Ally voor het bestand genereert. Je kunt Ally helpen om betere alternatieve indelingen te maken door de aanbevolen procedures voor het maken van toegankelijke bestanden te volgen.

Alternatieve formaten bekijken

Nadat je bestanden hebt toegevoegd aan een cursus, worden er door Ally alternatieve indelingen van het bestand gemaakt op basis van het origineel. Als het oorspronkelijke bestand bijvoorbeeld een PDF is, maakt Ally een audioversie, elektronische braille en een ePub van dezelfde inhoud. Deze formaten worden samen met het oorspronkelijke bestand beschikbaar gemaakt, zodat alles op één plek te vinden is.

De alternatieve formaten die worden gemaakt, variëren afhankelijk van het bestandstype van het origineel. Als je geen optie ziet voor het downloaden van alternatieve indelingen, is Ally niet ingeschakeld voor de cursus of is het bestand geen ondersteund inhoudstype.

Zoek een bestand in de cursus. Selecteer het menu naast het bestand en selecteer Alternatieve indelingen. Kies de versie die jij het prettigst vindt. Selecteer Downloaden om de alternatieve indeling op te slaan op je apparaat.

student view of Download alternative formats modal

Meer informatie over alternatieve indelingen voor cursusinhoud


Beschikbaarheid van inhoud bepalen

Je kunt inhoud niet beschikbaar maken voor studenten of datum- en tijdbeperkingen instellen om te bepalen wanneer de inhoud wordt weergegeven. Je kunt ook regels toepassen op een item om te bepalen welke studenten het item kunnen openen en wanneer.

Meer informatie over het vrijgeven van inhoud

De beschikbaarheid van items wordt per item ingesteld. Het is ook mogelijk om inhoudscontainers als geheel niet beschikbaar te maken. Als je bijvoorbeeld een leermodule, lesoverzicht of map bewerkt en vervolgens Nee selecteert bij Toestaan dat gebruikers deze inhoud weergeven, is de container niet meer zichtbaar voor studenten. Alle items binnen die container zijn dan eveneens niet meer beschikbaar voor studenten, ongeacht de beschikbaarheidsinstellingen van de afzonderlijke items. De weergave van een item aan studenten wordt dus bepaald door de beschikbaarheid van de container.

Het niet beschikbaar maken van een inhoudsgebied werkt anders dan bij andere containers. Open in het cursusmenu het menu van het inhoudsgebied en selecteer Koppeling verbergen.

Items in een niet-beschikbare inhoudscontainer zijn op die locatie niet zichtbaar voor studenten. Als er echter in andere cursusgebieden koppelingen naar deze items bestaan, kunnen studenten de items toch weergeven. Als je een URL bijvoorbeeld beschikbaar hebt gesteld in inhoudsgebied A en de URL vervolgens hebt gekopieerd naar inhoudsgebied B, is de koppeling op beide locaties aanwezig. Als je nu inhoudsgebied A niet beschikbaar maakt, kunnen studenten de URL nog gewoon kiezen in inhoudsgebied B. Koppelingen naar tools werken op dezelfde manier. Als je een koppeling toevoegt naar een discussieforum in inhoudsgebied A en dat gebied vervolgens niet beschikbaar maakt, kunnen studenten het forum nog steeds openen via de koppeling in inhoudsgebied B.


De volgorde van inhoud wijzigen

Inhoud wordt weergegeven in de volgorde waarin deze is toegevoegd. Je kunt de volgorde echter wijzigen. Je kunt inhoud slepen om deze op de gewenste locatie weer te geven. Hiervoor kun je ook de tool Volgordeaanpassing toegankelijk via toetsenbord gebruiken.

Slepen en neerzetten

Als je een item wilt verslepen, klik je op de pijlen naast het item.

Sleep het item naar de nieuwe positie.

De volgorde aanpassen met het toetsenbord

Je kunt items ook verplaatsen met de tool Volgordeaanpassing toegankelijk via toetsenbord.

  1. Selecteer het pictogram Volgordeaanpassing toegankelijk via toetsenbord in het inhoudsgebied.
  2. Selecteer in het vak Volgorde wijzigen: Inhoud een item in de lijst.
  3. Gebruik de pictogrammen Omhoog verplaatsen en Omlaag verplaatsen om de volgorde aan te passen.
  4. Als je klaar bent en op Verzenden hebt geklikt, verschijnt er een pop-upvenster met de tekst: De volgorde van de items is gewijzigd.
  5. Selecteer OK.

Inhoudscontainers kopiëren en verplaatsen

Je kunt inhoudscontainers zoals mappen, leermodules en lesoverzichten kopiëren en verplaatsen tussen gebieden en cursussen. Als je een gebied wilt kopiëren of verplaatsen tussen cursussen, moet je toegang tot beide cursussen hebben.

  • Als je een inhoudscontainer kopieert, blijft de container aanwezig op de originele locatie in de cursus.
  • Als je een inhoudscontainer verplaatst, wordt de container verwijderd van de oorspronkelijke locatie in de cursus.

Gebruik deze stappen om inhoudscontainers te kopiëren en verplaatsen.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een inhoudscontainer en selecteer Kopiëren of Verplaatsen.
  2. Selecteer Doelcursus in het menu op de pagina Kopiëren of Verplaatsen. In de keuzelijst is standaard de huidige cursus geselecteerd. In de lijst staan alleen cursussen waarvoor je een rol hebt die nodig is om de actie uit te voeren.
  3. Selecteer eerst Bladeren en vervolgens de doelmap. Selecteer Ja of Nee bij Koppelingen maken voor items die niet kunnen worden gekopieerd om te kopiëren.
    • Als een container items bevat die je niet kunt kopiëren, zoals een toets, enquête of opdracht, wordt er een koppeling naar die items gemaakt. Als de kopieerbewerking is voltooid, wordt het volgende bericht weergegeven: "Sommige items zijn gekopieerd. De volgende items zijn als koppelingen toegevoegd." Het bericht bevat ook de items waarom het gaat.
    • Als een container items bevat die je niet naar een andere cursus kunt verplaatsen, zoals een toets, verschijnt dit bericht: "Het verplaatsen is voltooid, maar de volgende items konden niet worden verplaatst." Het bericht bevat ook de items waarom het gaat.
  4. Selecteer Verzenden.

Inhoud kopiëren en verplaatsen

Je kunt inhoud kopiëren en verplaatsen om het cursusmateriaal te ordenen of in een andere volgorde te presenteren. Als een inhoudsgebied bijvoorbeeld een groot aantal items bevat, kun je de items ordenen met mappen om gebruikers te helpen bij het navigeren door de inhoud. Als u eerst inhoudsitems maakt en vervolgens mappen, kunt u items naar de nieuwe mappen verplaatsen.

Voor sommige inhoudsitems gelden beperkingen ten aanzien van kopiëren en verplaatsen. Cursuskoppelingen kun je bijvoorbeeld alleen kopiëren of verplaatsen naar een ander gebied binnen dezelfde cursus. Opdrachten, toetsen en enquêtes kun je niet kopiëren, maar wel verplaatsen binnen dezelfde cursus.

  • Als je inhoud kopieert, blijft de inhoud aanwezig op de oorspronkelijke locatie in de cursus.
  • Als je inhoud verplaatst, wordt deze verwijderd van de oorspronkelijke locatie in de cursus.

Als je een item niet kunt kopiëren, zoals een toets, enquête of opdracht, wordt de optie Kopiëren niet weergegeven in het menu van het item.

Als een inhoudscontainer items bevat die je niet naar een andere cursus kunt verplaatsen, zoals een toets, wordt de desbetreffende optie niet weergegeven op de pagina Verplaatsen.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een item en selecteer Kopiëren of Verplaatsen. Als Kopiëren of Verplaatsen niet beschikbaar is voor het item, wordt de optie niet weergegeven in het menu.
  2. Selecteer Doelcursus in het menu op de pagina Kopiëren of Verplaatsen. In de keuzelijst is standaard de huidige cursus geselecteerd. In de lijst staan alleen cursussen waarvoor je een rol hebt die nodig is om de actie uit te voeren. Als je een item niet naar een andere cursus kunt verplaatsen, wordt bij Doelcursus de huidige cursus weergegeven en is het menu niet beschikbaar.
  3. Selecteer eerst Bladeren en vervolgens de doelmap.
  4. Selecteer Verzenden.

Meer informatie over het kopiëren van cursussen


Containers en inhoud verwijderen

Mappen, leermodules, lesoverzichten en inhoudsitems worden op dezelfde manier verwijderd. Soms wordt de inhoud permanent verwijderd uit het systeem. Wanneer je een inhoudscontainer verwijdert, wordt deze permanent verwijderd.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een container of item en selecteer Verwijderen.
  2. Klik op OK om de bewerking te bevestigen. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.

Je kunt een container of item ook niet beschikbaar maken in plaats van te verwijderen.

Wat gebeurt er met items in een inhoudscontainer die ik verwijder?

  • Als je een inhoudsmap verwijdert uit een inhoudsgebied met items met cijfertoekenning zonder pogingen, worden de bijbehorende kolommen ook verwijderd uit Grade Center.
  • Bestanden die je vanuit Cursusbestanden hebt toegevoegd aan een container blijven beschikbaar in Cursusbestanden en worden niet uit het systeem verwijderd.
  • Bestanden die vanaf je computer zijn geüpload naar de container, worden automatisch opgeslagen in Cursusbestanden. en kan opnieuw worden gekoppeld.
  • Items die je binnen een container hebt gemaakt met het menu Inhoud bouwen worden permanent verwijderd.
  • Koppelingen naar toetsen of enquêtes worden verwijderd, maar de toets of enquête zelf blijft beschikbaar in de tool Toetsen of Enquêtes en kan opnieuw worden gekoppeld.
  • Voor opdrachten wordt de pagina Verwijderen bevestigen weergegeven. Jij bepaalt wat je wilt verwijderen: de opdracht, inzendingen en de kolom in het Grade Center.
  • Koppelingen naar tools, zoals discussies, blogs, wiki's of dagboeken, worden verwijderd maar de tools zelf niet.
  • Koppelingen naar toegewezen tekstboeken worden permanent verwijderd.

Metagegevens

Metagegevens bevatten informatie over een inhoudsitem, zoals bibliografische gegevens en gegevens over de levenscyclus en het copyright. Metagegevens maken het mogelijk inhoud uit te wisselen met andere toepassingen die IMS-standaarden (Instructional Management Systems) ondersteunen, zodat studiemateriaal kan worden hergebruikt.

De informatie in metagegevens kan niet worden getraceerd of worden opgenomen in rapporten. Je kunt deze informatie bekijken op de pagina Metagegevens voor inhoud als referentie voor het inhoudsitem. U kunt de metagegevens voor een inhoudsitem wijzigen.

U kunt vier typen metagegevens toevoegen aan een item:

  • Algemene gegevens: de titel, de catalogusvermelding, de bron, de vermelding, de taal en een beschrijving van een item.
  • Levensloopinformatie: de datum en tijd waarop het item is gemaakt, mensen die aan het item hebben gewerkt, de naam en rol van de auteur of beoordelaar, de organisatie en de datum waarop het item het laatst is gewijzigd of bijgewerkt.
  • Technische gegevens: de opmaak en locatie van een inhoudsitem.
  • Informatie betreffende het beheer van rechten: copyrightbeperkingen en een beschrijving van eventuele voorwaarden voor het gebruik van het item.

Metagegevens maken voor inhoud

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een item en selecteer Metagegevens.
  2. Typ op de pagina Metagegevens van cursusitem een waarde voor Nieuwe catalogusvermelding:
    • Geef een waarde op voor Bron: de naam van de catalogus of de bron van de inhoud
    • Voer een vermelding in: het nummer of de versie van de catalogus
    • Selecteer Catalogusvermelding toevoegen om de wijzigingen door te voeren
    • Selecteer Markeren voor verwijderen om de catalogusvermelding te verwijderen
  3. Selecteer een taal in het menu.
  4. Typ een beschrijving en informatie voor Nieuwe medewerker. Typ de naam, rol en organisatie van een persoon die heeft bijgedragen aan dit inhoudsitem en geef ook de datum op. Selecteer Medewerker toevoegen. De gegevens van de medewerker worden nu vermeld. Selecteer Markeren voor verwijderen om een medewerker te verwijderen wanneer je de pagina verstuurt.
  5. Selecteer een waarde in het menu Bronindeling.
  6. Ga naar Informatie betreffende het beheer van rechten en selecteer Ja voor Gratis bron om aan te geven dat het vrij beschikbare inhoud betreft. Geef bij Auteursrecht/beperking aan of de inhoud wordt beschermd onder het auteursrecht of dat er gebruiksbeperkingen gelden. Gebruik het vak Beschrijving om informatie te geven over de gebruiksvoorwaarden voor dit item.
  7. Selecteer Verzenden.

Als je vanuit Content Collection items toevoegt aan een cursus, kun je in Content Collection metagegevens selecteren die voor het gekoppelde item moeten worden weergegeven. Je kunt de metagegevens van Content Collection niet wijzigen.


Statistiekentracering en -rapporten

Statistieken van een item geven een duidelijk beeld van de gebruiksgeschiedenis van inhoud, zoals het aantal keren dat een item is weergegeven en wanneer. U kunt statistiekentracering op elk moment inschakelen en er worden dan direct gegevens vastgelegd voor het item. Als studenten een item weergeven terwijl statistiekentracering nog niet is ingeschakeld, worden hiervan geen gegevens vastgelegd.

Als een student wordt uitgeschreven, worden de bijbehorende gegevens verwijderd uit alle cursusstatistieken. Je kunt de statistieken behouden door de beschikbaarheid van de gebruiker op Nee te zetten in plaats van hem of haar uit te schrijven.

Statistiekentracering is een type cursusrapport voor afzonderlijke inhoudsitems. Cursusrapporten genereren voor de totale activiteit van gebruikers of voor de activiteit in inhoudsgebieden, forums en groepen: Configuratiescherm > Evaluatie > Cursusrapporten.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een item en selecteer Statistiekentracering.
  2. Selecteer Aan om statistiekentracering in te schakelen voor het item.
  3. Selecteer Verzenden. Ingeschakeld: Statistiekentracering wordt weergegeven achter de naam van het item.

Statistiekenrapporten

Het rapport is opgedeeld in drie gedeelten met gegevens:

  • Toegang/datum
  • Toegang/tijdstip
  • Toegang/dag van de week

Het gedeelte Toegang/datum bevat informatie over alle ingeschreven gebruikers. Toegangsinformatie voor gasten en niet-ingeschreven gebruikers (eerder ingeschreven gebruikers die zijn verwijderd uit de cursus) wordt weergegeven onder de gastgebruiker. De toegang tot inhoudsitems door waarnemers wordt niet bijgehouden.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een item en selecteer Statistiekenrapport weergeven. Deze koppeling wordt alleen weergegeven als statistiekentracering is ingeschakeld voor het inhoudsitem.
  2. Open op de pagina Cursusrapporten het menu voorInhoudgebruiksstatistieken en selecteer Uitvoeren.
  3. Selecteer op de pagina Rapporten uitvoeren een indeling voor het gegenereerde rapport in het menu.
  4. Selecteer datums.
  5. Als je geen gebruikers selecteert, wordt het rapport automatisch voor alle gebruikers uitgevoerd. Je kunt desgewenst gebruikers opgeven via de lijst Gebruikers selecteren.

    Als je in Windows meerdere gebruikers achter elkaar wilt selecteren, houd je Shift ingedrukt terwijl je de eerste en de laatste gebruiker selecteert. Als je gebruikers wilt selecteren die niet naast elkaar staan, houd je Ctrl ingedrukt terwijl je de gewenste gebruikers selecteert. Op een Mac gebruikt u de toets Command in plaats van Ctrl.

  6. Selecteer Verzenden om het rapport uit te voeren.
  7. Selecteer op de pagina Uitvoering is voltooid: Inhoudgebruiksstatistieken de optie Rapport downloaden om de resultaten te bekijken. Afhankelijk van de geselecteerde indeling, word je mogelijk door de browser gevraagd het bestand te openen of op te slaan. Gebruik de afdrukfunctie van de browser om het rapport af te drukken. Selecteer desgewenst Een nieuw rapport uitvoeren om het rapport met gewijzigde parameters uit te voeren.

Doorneemstatus

Als u de functie Doorneemstatus inschakelt voor een item, kunt u zien wie het item heeft doorgenomen en u kunt de doorneemstatus gebruiken als een criterium voor adaptieve inhoud. Studenten kunnen de functie Doorneemstatus gebruiken om hun voortgang bij te houden.

Voor studenten wordt de koppeling Markeren als doorgenomen weergegeven bij het item. Nadat het item is doorgenomen, selecteren studenten deze koppeling om het item te markeren als Doorgenomen. U kunt de doorneemstatus van het item bekijken op de pagina Gebruikersvoortgang.

Als u of de instelling de tool Doorneemstatus heeft uitgeschakeld, wordt de koppeling Markeren als doorgenomen niet meer weergegeven voor de betreffende items. Als Doorneemstatus opnieuw wordt ingeschakeld, verschijnt de koppeling Markeren als doorgenomen weer en worden gegevens die zijn gekoppeld aan de doorneemstatus, zoals de voortgang van een student, hersteld.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een item en selecteer Doorneemstatus instellen.
  2. Selecteer Inschakelen op de pagina Doorneemstatus. Selecteer Uitschakelen om de tool Doorneemstatus uit te schakelen.
  3. Selecteer Verzenden. In jouw weergave staat Ingeschakeld: Doornemen achter de titel van het inhoudsitem.

De instellingen en gegevens voor Doorneemstatus worden opgenomen in een kopie van een gehele cursus met gebruikers en tijdens archiveren en herstellen. De instellingen en gegevens voor Doorneemstatus worden niet opgeslagen tijdens het kopiëren van cursusmaterialen naar een nieuwe of een bestaande cursus en evenmin tijdens export- en importbewerkingen.


Gebruikersvoortgang controleren

Je kunt controleren of studenten toegang hebben tot inhoud.

Als je een item niet beschikbaar hebt gemaakt, wordt op de pagina Gebruikersvoortgang aangegeven dat het item niet zichtbaar is voor studenten. De pagina Gebruikersvoortgang bevat ook regels voor adaptieve inhoud die van invloed zijn op de zichtbaarheid van een item. Als je Doorneemstatus inschakelt voor een item, kun je controleren welke studenten het item hebben doorgenomen en wanneer.

  1. Open in de bewerkingsmodus het menu van een item en selecteer Gebruikersvoortgang.
  2. Sorteer de informatie op de pagina Gebruikersvoortgang door de titel van een kolom te selecteren.
  3. Wanneer je klaar bent, gebruik je de breadcrumbs om naar een eerdere pagina te gaan.

De pagina Gebruikersvoortgang

De pictogrammen in de kolom Zichtbaarheid geven aan of een item al dan niet zichtbaar is voor studenten. Het pictogram Niet zichtbaar geeft aan dat het item niet zichtbaar is voor studenten vanwege een regel voor adaptieve inhoud of de beschikbaarheidsinstellingen van het item.

Een vinkje in de kolom Doorgenomen betekent dat het item is doorgenomen en dat de student de koppeling Markeren als doorgenomen voor het item heeft geselecteerd.

De gebruikersvoortgang controleren via het prestatieoverzicht

De tool Beoordelingsstatus is ook beschikbaar in het prestatieoverzicht.

Configuratiescherm > Evaluatie > Prestatieoverzicht

De cijfers in de kolom Beoordelingsstatus geven het aantal items aan dat een student als Beoordeeld heeft gemarkeerd.

Je kunt ook het pictogram voor adaptieve inhoud voor een student selecteren. Er verschijnt dan een venster waarin je kunt zien welke inhoud beschikbaar is voor die student, evenals de items die de student heeft doorgenomen.

Meer informatie over het prestatieoverzicht