Kenmerken van metagegevens en sjablonen

Metagegevens helpen inhoud georganiseerd en zoekbaar te houden, maar gebruikers kunnen ze vergeten aan hun inhoud toe te voegen. Om een gebruiker te vragen om iedere keer wanneer hij/zij inhoud toevoegt metagegevens bij te sluiten, kun je een metagegevenssjabloon maken en toepassen op mappen of bestanden in de Content Collection. Een metagegevenssjabloon zorgt ervoor dat gebruikers informatie invoeren om items georganiseerd en zoekbaar te houden in de Content Collection.

Je kunt aangepaste metagegevenssjablonen maken voor alle mappen plus inhoud. Je kunt ook kenmerken maken om in verschillende sjablonen te gebruiken, waardoor er sneller een sjabloon gemaakt kan worden. Nadat een sjabloon beschikbaar is gemaakt voor een map, is de sjabloon ook beschikbaar voor alle inhoudsitems in de map.

Meer informatie over het beheren van metagegevenssjablonen


Pagina Metagegevenssjablonen

Om de pagina met metagegevenssjablonen te vinden in de Content Collection, ga je naar het menu Tools. Als je toegang hebt tot deze tool, wordt Metagegevenssjablonen weergegeven in het menu.

Je Blackboard-beheerder bepaalt wie er metagegevenssjablonen mag maken en beheren.

De pagina Metagegevenssjablonen heeft twee tabbladen. Op het tabblad Metagegevenssjablonen kun je metagegevenssjablonen maken en beheren. Op de pagina Metagegevenssjablonen worden de algemene kenmerken weergegeven die je voor meerdere sjablonen kunt gebruiken. Als je bijvoorbeeld een ISBN verplicht wilt stellen voor alle inhoud die uit een tekstboek komt, kun je een herbruikbare metagegevenssjabloon maken, zodat je dit element niet steeds hoeft te maken als je een nieuwe sjabloon maakt.


Een metagegevenssjabloon maken

  1. Selecteer in de Content Collection Metagegevenssjablonen in het menu Tools.
  2. Selecteer Sjabloon maken op de pagina Metagegevenssjablonen.
  3. Voer een Paginakoptekst in voor de sjabloon.
  4. Typ een naam voor de sjabloon in het veld Formuliernaam.
  5. Typ een beschrijving in het veld Beschrijving.
  6. Selecteer Verzenden.

Pagina Formulieren ontwerpen

Nadat de sjabloon is toegevoegd, is de volgende stap de sjabloon ontwerpen.

  • Kies een ontwerpelement in de vervolgkeuzelijst Toevoegen .
    • Instructies. Dit is een optioneel ontwerpelement dat je kunt gebruiken om gebruikers instructies te geven als ze met deze sjabloon te maken krijgen. Je kunt instructies geven voor de hele pagina of je kunt instructies toevoegen voor iedere stap.
    • Koptekst stap. Dit is een ontwerpelement dat voor een grafische onderbreking in een sjabloon zorgt en kan gebruikt worden voor het logisch indelen van velden voor gegevensinvoer.
    • Veld. Voeg een afzonderlijk gegevensveld in. Ga naar de lijst met velden voor metagegevenssjablonen voor meer informatie over elk type.
  • Om de ontwerpelementen te verplaatsen, kun je ze naar verschillende plekken op de pagina slepen en neerzetten.
  • Om het ontwerp van de sjabloon te bekijken, gebruik je de functie Voorbeeld. Het voorbeeld wordt in een nieuw venster weergegeven.
  • Gebruik de opties Bewerken of Verwijderen in het menu van een element om de elementen te wijzigen of verwijderen.

Metagegevenssjablonen beheren

Op de pagina Metagegevenssjablonen kun je instellingen bewerken voor alle bestaande sjablonen. Voor toegang tot onderstaande opties open je het menu van de sjabloon.

  • Voorbeeld - Bekijk hoe de sjabloon er voor gebruikers uitziet.
  • Bewerken - Bewerk de velden Naam en Beschrijving van de sjabloon.
  • Formulierontwerp - Bewerk de velden, labels en indeling van de sjabloon.
  • Beschikbaarheid - Bepaal welke gebruikers deze metagegevenssjabloon kunnen zien.
  • Kopiëren - Kopieer deze sjabloon.
  • Verwijderen - Verwijder deze sjabloon.

Een sjabloon beschikbaar maken

Je kunt metagegevenssjablonen beschikbaar maken voor een selecte groep gebruikers van inhoudsbeheer. Items in de Content Collection kunnen worden gegroepeerd in een specifieke map en worden toegewezen aan een specifieke cursus. Deze inhoud kan ook worden gedeeld binnen een vakgroep of de gehele instelling.

  1. Selecteer in de Content Collection Metagegevenssjablonen in het menu Tools.
  2. Selecteer Beschikbaarheid in het menu van de sjabloon.
  3. Om de sjabloon op het hele systeem beschikbaar te maken, selecteer je Ja naast Systeembeschikbaarheid.
  4. Om de beschikbaarheid van de sjabloon op mapniveau in te stellen, selecteer je Alle mappen of Geselecteerde mappen en alle submappen.
    • Selecteer Bladeren om de mappen en submappen te kiezen.
  5. Om het metagegevensformulier op de pagina's Item toevoegen en Map toevoegen weer te geven, selecteer je het selectievakje Formulier met metagegevens voor inhoudsitems weergeven. Selecteer deze optie als je wilt dat gebruikers metagegevens moeten invoeren als ze een item uploaden of maken in de desbetreffende cursusgedeeltes.
  6. Selecteer Verzenden.

Pagina Kenmerken beheren

Op de pagina Kenmerken beheren kun je kenmerken die bedoeld zijn voor meerdere sjablonen maken en bewerken. Als je een sjabloon maakt, kun je ervoor kiezen om deze toegankelijk te maken voor andere gebruikers als ze hun metagegevenssjablonen maken.

De eigenschappen van een metagegevenssjabloon vormen de metagegevens van de sjabloon zelf. Via deze eigenschappen hebben gebruikers niet alleen toegang tot sjablonen, ze kunnen ook worden gebruikt in batchbewerkingen en leveren beschrijvende gegevens aan de Sjabloonbouwer.

Een kenmerk maken

  1. Selecteer in de Content Collection Metagegevenssjablonen in het menu Tools.
  2. Selecteer het tabblad Kenmerken beheren.
  3. Selecteer Kenmerk maken en selecteer een kenmerktype. Als je een kenmerk hebt gemaakt, kun je het type niet wijzigen.
  4. Voer een naam in voor het kenmerk. De naam wordt weergegeven in de lijst op de pagina Kenmerken beheren.
  5. Voer een beschrijving in.
  6. Selecteer het selectievakje Extern om aan te geven dat de waarden van een externe bron zijn afgeleid.
  7. Als je dit kenmerk beschikbaar wilt maken voor andere gebruikers van metagegevenssjablonen, dan selecteer je Ja naast Systeembeschikbaarheid. Als je het niet openbaar wilt maken, selecteer je Nee.
  8. Selecteer Verzenden om op te slaan.

Een kenmerk toevoegen aan een metagegevenssjabloon

Nu je een kenmerk hebt gemaakt, kun je het gebruiken in een metagegevenssjabloon. Als je ervoor kiest om het kenmerk op het hele systeem beschikbaar te maken, kunnen anderen het kenmerk ook in hun sjabloon gebruiken.

  1. Selecteer Formulierontwerp op de pagina Sjabloon beheren.
  2. Selecteer Veld in het menu Toevoegen.
  3. Selecteer bestaand veld Kopiëren in het gedeelte Veld toevoegen.
  4. Selecteer Bladeren om naar het kenmerk dat je hebt gemaakt te zoeken. Je kunt in de lijst met beschikbare kenmerken bladeren of de zoekvelden bovenaan de pagina gebruiken.
  5. Als je het kenmerk hebt gekozen, selecteer je Verzenden. Je wordt naar de pagina Veld opmaken gebracht.
  6. Voeg een label in voor het veld en kies een stijl (indien van toepassing).
    • Vervolgkeuze - kies deze stijl om een vervolgkeuzelijst te maken waar de gebruiker één waarde in kan selecteren.
    • Lijstmenu - kies deze stijl om een lijst met statische waarden te maken waaruit de gebruiker een keuze kan maken.
    • Keuzerondjes - kies deze stijl om een aantal rondjes te maken waarvan de gebruiker er één kan kiezen.
    • Tekstgebied - kies deze stijl om een tekstveld te maken.
    • Teksteditor - kies deze stijl om een teksteditor weer te geven voor het invoeren en opmaken van tekst.
  7. Selecteer naast de opties voor Regel hoe de gebruiker met dit veld werkt:
    • Lezen/schrijven stelt gebruikers van deze sjabloon in staat een veldwaarde in te voeren en te wijzigen.
    • Alleen-lezen betekent dat gebruikers geen gegevens kunnen invoeren in dit veld.
    • Schakel het selectievakje Verplicht in als dit een verplicht veld is.
  8. Voer in Helptekst veld de tekst in voor de gebruikersondersteuning die onder dit veld wordt weergegeven.
  9. Selecteer Verzenden om het veld op te slaan.

Veldtypes

Kenmerk/veldtype Beschrijving
Tekenreeks In dit veld kan de gebruiker een willekeurige tekst invoeren tot het maximaal aantal toegestane tekens.
  • Kort - Gebruiker kan maximaal 100 tekens invoeren
  • Gemiddeld - Gebruiker kan maximaal 255 tekens invoeren
  • Lang - Gebruiker kan maximaal 1000 tekens invoeren
Tekst met opmaak In dit veld kan de gebruiker vrij tekst invoeren zonder tekenlimiet en dit opmaken met de Content Editor.
Geheel getal In dit veld kunnen hele getallen (1, 2, 3, etc.) worden ingevoerd.
Zwevend getal In dit veld kunnen cijfers met decimaaltekens worden ingevoerd.
Datum In dit veld kan de datum worden geselecteerd. De gebruiker selecteert een dag, maand en jaar voor het item.
Tijd In dit veld kan de tijd worden geselecteerd. De gebruiker selecteert een tijdstip voor het item.
Datum/tijd In dit veld kunnen de datum en tijd worden geselecteerd. De gebruiker selecteert een tijd, dag, maand en jaar voor het item.
Booleaans In dit veld ziet de gebruiker een selectievakje.
Onbeperkte tekenreeks In dit veld kan de gebruiker vrij tekst invoeren zonder tekenlimiet.
Selectiekenmerk In dit veld ziet de gebruiker meerdere tekstopties in een vervolgkeuzelijst, lijstmenu of keuzerondjes.

Om opties toe te voegen, kies Selectiekenmerk in Kenmerk maken of Veldtypes. Geef het kenmerk een naam, selecteer de beschikbaarheid en selecteer Volgende. Je wordt naar de pagina Opties toevoegen gebracht. Selecteer Opties toevoegen om items toe te voegen aan de selectielijst.

Als je een lange lijst met opties hebt, kun je meerdere keuzes tegelijk toevoegen door de knop Opties batch toevoegen te gebruiken. Je kunt een tekstbestand zonder opmaak of een CSV-bestand met de volgende opmaak toevoegen: Label, Waarde, Beschikbaarheid (Ja/Nee). Zoek op de pagina Opties batch toevoegen naar het bestand en selecteer het type scheidingsteken. Selecteer Verzenden om de opties te uploaden.

Als je klaar bent, selecteer je OK onderaan de pagina.

Als je een nieuw veld in een sjabloon maakt, wordt je teruggebracht naar de pagina Veld opmaken om de configuratie van het veld af te ronden.

Als je een kenmerk buiten een sjabloon maakt, wordt je teruggebracht naar de pagina Kenmerken beheren, waar je naar het kenmerk dat je net hebt gemaakt kunt zoeken.