Gebruikersbeheer in optima forma.

  1. Ga vanuit de basisnavigatie naar Configuratiescherm voor systeembeheer > Gebruikers > Gebruiker maken
  2. Voer gegevens in voor de gebruiker. Elke account moet een voornaam, achternaam, gebruikersnaam en wachtwoord hebben. Alle andere velden zijn optioneel.

Velden voor gebruikersaccount

Ga naar:

Beschikbare velden voor gebruikersaccounts
Veld Beschrijving
Persoonlijke gegevens
Titel Een aanspreektitel wordt toegevoegd voor de naam van een persoon en kan allerlei dingen aangeven, zoals een functie, eretitel of kwalificatie.

Voorbeeld: Dr., Mr., of Mevr.

Voornaam [v] Dit is de roepnaam van de gebruiker.
Tweede naam Sommige gebruikers hebben een tweede naam of tussenvoegsel tussen hun voornaam en achternaam. Je kunt hier een tweede roepnaam of een voorvoegsel voor de achternaam opgeven, bijvoorbeeld 'van der'.
Achternaam [v] Dit is de achternaam van de gebruiker.
Achtervoegsel Een achtervoegsel is een titel die aan het einde van de naam van een gebruiker wordt toegevoegd.

Voorbeeld: Jr., III, of Ph.D.

Andere naam Gebruikers hebben misschien andere namen waaronder ze bekend zijn.

Voorbeeld: als een gebruiker een andere naam heeft gekregen door te trouwen of te scheiden en de instelling onder beide namen gegevens bijhoudt voor deze student, kun je hier de andere naam invoeren.

E-mail E-mailadressen worden gebruikt voor alle lokale Blackboard Learn-functies, zoals Meldingen, Discussie, E-mail verzenden, enzovoort.
Student-ID Dit is het unieke identificatienummer dat door de instelling is toegekend aan de student.
Accountgegevens
Gebruikersnaam [v] Gebruikersnamen mogen niet de ASCII-tekens 0-31 bevatten, evenmin als spaties en de volgende speciale tekens: & # + < > % = / \

De volgende speciale tekens zijn expliciet toegestaan en worden ondersteund in gebruikersnamen: _ - . @

De volgende speciale tekens zijn momenteel niet verboden in gebruikersnamen, maar Blackboard raadt het gebruik ervan af, omdat zij onvoorziene problemen kunnen veroorzaken: ( ) [ ] { } : ; , | ? ! ` ~ ' ^ " * $

Komma's en aanhalingstekens kunnen bijvoorbeeld problemen veroorzaken met JavaScript: of met lijsten tijdens het verwerken van formulieren.

Gebruik kleine letters voor een gebruikersnaam. Hoofdletters in gebruikersnamen worden omgezet in kleine letters in de systeemdatabase.

Een gebruikersnaam is geen beveiligde waarde en kan in de gebruikersinterface worden weergegeven aan onbevoegde gebruikers. Neem daarom nooit vertrouwelijke of persoonlijke gegevens op in een gebruikersnaam, zeker geen gegevens die wettelijk of volgens redelijke verwachting zijn beperkt.

Wachtwoord [v] Een wachtwoord moet uit ten minste één teken bestaan en mag geen spaties bevatten.
Wachtwoordbevestiging [v] Typ het wachtwoord nogmaals, ter bevestiging.
Overige gegevens
Geslacht Selecteer het geslacht van de gebruiker. Dit zijn de opties: man, vrouw, ander of geen.
Voornaamwoorden Geef de voornaamwoorden van de gebruiker op. Scheid meerdere waarden met komma's. Bevoegde gebruikers die deze informatie kunnen toevoegen, zijn niet beperkt tot de opties voor voornaamwoorden die zijn gedefinieerd op de pagina Gebruikersinformatie.
Uitspraak Geef een fonetische of beschrijvende uitspraakinstructie op voor de naam van de gebruiker.
Geboortedatum Selecteer de geboortedatum van de gebruiker met behulp van de lijsten.
Opleidingsniveau Geef het opleidingsniveau van de gebruiker aan.
Bedrijf Voer de bedrijfsnaam van de gebruiker in.
Functie Voer de functie van de gebruiker in.
Afdeling Voer de vakgroep van de gebruiker in.
Straat 1 Voer het adres van de gebruiker in.
Straat 2 Voer eventuele aanvullende adresgegevens in.
Plaats Voer de plaats van de gebruiker in.
Staat/Provincie Voer de provincie van de gebruiker in.
Postcode Voer de postcode van de gebruiker in.
Land Voer het land van de gebruiker in.
Website Geef de URL van de persoonlijke website van de gebruiker op. Dit moet de volledige URL zijn. Bijvoorbeeld: http://www.blackboard.com, niet www.blackboard.com of blackboard.com
Telefoon thuis Voer het privé-telefoonnummer van de gebruiker in. Het telefoonnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd. Als binnen de instelling een vaste notatie wordt gehanteerd voor telefoonnummers, gebruikt u deze notatie. Bijvoorbeeld: (530) 555-1234 of +1 530-555-1234.
Telefoon werk Voer het zakelijke telefoonnummer van de gebruiker in. Het telefoonnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd. Als binnen de instelling een vaste notatie wordt gehanteerd voor telefoonnummers, gebruikt u deze notatie. Bijvoorbeeld: (530) 555-1234 of +1 530-555-1234.
Fax werk Voer het faxnummer van de gebruiker in. Het faxnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd. Als binnen de instelling een vaste notatie wordt gehanteerd voor telefoonnummers, gebruikt u deze notatie. Bijvoorbeeld: (530) 555-1234 of +1 530-555-1234.
Mobiele telefoon Voer het mobiele nummer van de gebruiker in. Het telefoonnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd. Als binnen de instelling een vaste notatie wordt gehanteerd voor telefoonnummers, gebruikt u deze notatie. Bijvoorbeeld: (530) 555-1234 of +1 530-555-1234.
Instellingsrollen
Instellingsrollen Selecteer een of meer instellingsrollen in de lijst. Selecteer de pijl-rechts om de rol te verplaatsen naar de lijst Primaire instellingsrol of Secundaire instellingsrollen.

Instellingsrollen bepalen wat de gebruiker te zien krijgt in het portaal. Als de instelling toegang heeft tot functies van Community Engagement, kun je tabbladen en modules configureren die op basis van instellingsrollen worden weergegeven voor verschillende groepen gebruikers.

Meer informatie over het beheren van instellingsrollen

Systeemrollen
Systeemrollen Selecteer een of meer systeemrollen in de lijst. Selecteer de pijl-rechts om de rol te verplaatsen naar de lijst Primaire systeemrol of Secundaire systeemrollen.

Systeemrollen bepalen welke toegang de gebruiker heeft tot administratieve functies.

Meer informatie over het beheren van systeemrollen