Deze informatie is alleen van toepassing op de originele ervaring.

Cache

Het opvragen van meldingen voor de weergavemodules kan erg belastend zijn in een systeem met honderdduizenden meldingen, zeker als het meldingen betreft die moeten worden weergegeven in het meldingsoverzicht, aangezien dit meldingen zijn die afkomstig zijn uit alle beschikbare cursussen. Om de belasting van het systeem wat te verlichten, beschikt het meldingssysteem voor elke gebruiker over een sessiespecifieke cache.

  • In deze cache worden gegevens van meldingen opgeslagen die betrekking hebben op een specifieke gebruiker, sessie en context. Dit betekent dat het systeem voor elke gebruiker afzonderlijke caches onderhoudt voor elke cursus waarbij de gebruiker zich aanmeldt. Daarnaast wordt er een cache onderhouden voor het meldingsoverzicht van een gebruiker.
  • De gebruiker kan de inhoud van een cache handmatig vernieuwen. Het gevolg is dat alle contexten voor een bepaalde sessie worden verwijderd uit de cache.
  • De cache wordt niet dynamisch bijgewerkt als er nieuwe meldingen binnenkomen. De gebruiker moet de cache handmatig vernieuwen om deze meldingen te zien of wachten tot de cache automatisch is vernieuwd. In de onderstaande tabel vindt u de verschillende standaardwaarden voor het vernieuwen van gegevens.
  • De cache wordt wel dynamisch bijgewerkt als er meldingen worden verwijderd. Dus als de gebruiker een melding verwijdert in een bepaalde module, wordt de melding ook in alle contexten verwijderd uit de cache.

De cache kan worden geconfigureerd via eigenschappen in het configuratiebestand bb-config.properties.

Cache-eigenschappen
Eigenschap Sleutel Standaardwaarde
Max. aantal elementen bbconfig.cache.nautilusCache.elements 500 seconden
Time to Live bbconfig.cache.nautilusCache.timetolive 600 seconden
Time to Idle bbconfig.cache.nautilusCache.timetoidle 600 seconden
Eternal bbconfig.cache.nautilusCache.eternal Nee

Als het weergeven van modules met meldingen prestatieproblemen veroorzaakt, kunnen beheerders deze instellingen aanpassen om de levensduur van meldingen in de cache te verlengen. Het nadeel hiervan is dat hoe langer vermeldingen in de cache blijven staan, hoe minder actueel de vermeldingen kunnen zijn.

cache-instellingen hebben geen invloed op de distributie van meldingen.


Omvang van het meldingssysteem beheren

De cache kan erg groot worden. In dit gedeelte worden enkele strategieën beschreven om dat te voorkomen.

Overbodige meldingen uitschakelen

De standaardinstelling is dat alle meldingen zijn ingeschakeld. Dit betekent dat elke melding die kan worden gegenereerd voor ondersteunde gebeurtenissen, ook daadwerkelijk wordt aangemaakt in het systeem. Afhankelijk van de grootte van uw instelling en de manier waarop cursussen aan het begin van een semester worden ingericht, kan dit zeer grote systeemtabellen tot gevolg hebben en daardoor afnemende systeemprestaties.

Het is dan ook een goed idee overbodige meldingen uit te schakelen. Hiervoor ga je naar de pagina's Cursusinstellingen => Standaardinstellingen voor meldingen en Organisatie-instellingen => Standaardinstellingen voor meldingen en zet je deze instellingen op Altijd uit voor alle beschikbare distributiemechanismen.

Een alternatief is om bepaalde meldingen uit te schakelen als het erg druk is. Zo kun je in de periode dat er cursussjablonen worden ontwikkeld de melding Inhoudsitem beschikbaar uitschakelen. Je voorkomt dan dat er heel veel meldingen van dit type worden verstuurd.

Meldingen eerder verwijderen

Meldingen die ouder zijn dan een vooraf ingesteld aantal dagen worden automatisch verwijderd. De standaardinstelling is 120 dagen, wat grofweg de duur van een semester is. U kunt de levensduur van meldingen verkorten door de waarde voor Meldingen opschonen aan te passen. Geef hier een lagere waarde op als je meldingen sneller uit het systeem wilt verwijderen. Raadpleeg Meldingsopties instellen voor meer informatie.

Ga zorgvuldig te werk bij het bepalen van de waarde voor deze instelling. Verwijderde meldingen kunt u namelijk niet meer terughalen of op eenvoudige wijze opnieuw versturen.


Achtergrondtaken van het meldingssysteem

De werking van het meldingssysteem is gebaseerd op twee taken, die beide zijn gedefinieerd in het configuratiebestand bb-tasks.xml.

Achtergrondtaken van het meldingssysteem
Taaknaam Intern (minuten) Doel
Taak meldingen verouderde gegevens 5 Deze taak heeft verschillende functies:
  • Herinneringen versturen voor gebeurtenissen met een vervaldatum. Herinneringen worden x dagen vóór de vervaldatum van het item verzonden, waarbij x een waarde is die gebruikers kunnen aanpassen in hun persoonlijke instellingen voor meldingen.
  • Meldingen voor items die moeten worden ingeleverd en waarvan de vervaldatum is verstreken, omzetten in meldingen die aangeven dat de vervaldatum is verstreken.
  • Op geplande tijden digest e-mails versturen. Digest e-mails worden één keer per dag verstuurd op het tijdstip dat door een beheerder is ingesteld.
  • Verouderde gegevens van ontvangers verwijderen. Verouderd betekent hier dat ontvangersrecords x dagen aanwezig zijn in het systeem, waarbij x een waarde is die kan worden geconfigureerd door beheerders. De standaardinstelling is dat records pas verouderd zijn als de duur van een volledig semester is verstreken. Deze bewerking wordt maar één keer per dag uitgevoerd.
DistributionSendNotificationTask 60 Niet-verwerkte meldingen versturen naar alle geregistreerde distributiemechanismen.

Taak meldingen verouderde gegevens

Beheerders kunnen op de pagina Algemene meldingsinstellingen aangeven wanneer meldingen moeten worden opgeschoond.

Alle meldingen voor items die moeten worden ingeleverd en waarvan de vervaldatum is verstreken, worden omgezet in meldingen die aangeven dat de vervaldatum is verstreken. Het betreft deze modules: Opdracht moet worden ingeleverd, Toets moet worden ingeleverd, Vervaldatum item met cijfertoekenning is bereikt en Enquête moet worden ingeleverd.

De laatste functie van deze taak, het verwijderen van verouderde gegevens van ontvangers, wordt één keer per dag uitgevoerd. Er wordt regelmatig gecontroleerd of de ingestelde uitvoeringstijd van de taak is bereikt. Als dat het geval is, wordt de taak uitgevoerd. De uitvoeringstijd kan worden ingesteld met de eigenschap nautilus.staleDataRemove.executionTime in het configuratiebestand nautilus_config.properties.

Taakuitvoering wijzigen

Als u een andere uitvoeringstijd opgeeft voor deze taak, heeft dit gevolgen voor:

  1. Het moment waarop meldingen voor items die moeten worden ingeleverd en waarvan de vervaldatum is verstreken, worden omgezet in meldingen die aangeven dat de vervaldatum is verstreken. In de standaardconfiguratie gebeurt dit maximaal vijf minuten nadat de vervaldatum is verstreken.
  2. De vertraging waarmee herinneringen worden verstuurd. In de standaardconfiguratie gebeurt dit maximaal vijf minuten nadat het tijdstip van de herinnering is verstreken.
  3. De vertraging waarmee de taak NotificationRemoveStaleDataTask wordt uitgevoerd. In de standaardconfiguratie gebeurt dit binnen vijf minuten na het ingestelde tijdstip.

Prestatieoverwegingen

De opschoningsfunctie van deze taak wordt 's nachts uitgevoerd op het tijdstip dat met de eigenschap nautilus.staleDataRemove.executionTime is opgegeven in het configuratiebestand nautilus_config.properties. De taak wordt standaard uitgevoerd om 01:00.

Deze query vergt veel verwerkingskracht, omdat de gehele tabel eud_item_recipient wordt doorzocht naar verouderde meldingen, om deze vervolgens te verwijderen.

Als je merkt dat deze taak ondanks al deze voorzorgsmaatregelen een te zware belasting van het systeem vormt, kun je nog een paar dingen doen:

  1. Pas de uitvoeringstijd aan. Bij veel instellingen worden er 's nachts nog andere onderhoudstaken uitgevoerd. Als deze taak conflicteert met andere taken of de combinatie van taken overbelasting van de databaseserver tot gevolg heeft, kunt u de uitvoering op een ander moment plannen. Let op! Blackboard adviseert deze taak niet overdag uit te voeren of op een ander moment wanneer het systeem intensief wordt gebruikt.
  2. Onderneem stappen om de grootte van het meldingsarchief te verkleinen. Hoe minder meldingen, des te sneller deze query wordt uitgevoerd. Zie Omvang van het meldingssysteem beheren voor tips.

DistributionSendNotificationTask

Om te voorkomen dat deze taak te veel tijd in beslag neemt, wordt er per uitvoering slechts een beperkt aantal meldingen verwerkt. Beheerders kunnen dit configureren met de eigenschap nautilus.distribution.notificationsPerDistribution in het configuratiebestand nautilus_config.properties. De standaardinstelling is 10.000 meldingen.

De distributietaak verstuurt meldingen naar alle geregistreerde distributiemechanismen. Voor de meeste instellingen betekent dit dat de meldingen alleen worden verstuurd naar het distributiemechanisme voor e-mail. De prestaties kunnen iets afnemen als er een nieuw distributiemechanisme wordt toegevoegd.

Taakuitvoering wijzigen

Als u de uitvoeringstijd van deze taak wijzigt, verandert u het interval waarmee het systeem meldingen verstuurt. In de standaardconfiguratie wordt een melding maximaal één uur na registratie in het systeem verzonden. Systeembeheerders kunnen de periode bepalen waarin meldingen worden gedistribueerd in het Learn-systeem door het bestand tasks.xml in de map BB_HOME/config/ aan te passen. Wijzig de waarde voor de periode in blackboard.platform.nautilus.service.internal.DistributionSendNotificationTask.

Het aantal meldingen dat per verwerking wordt gedistribueerd, is ook van invloed op het tijdstip van verzending. Beheerders kunnen dit configureren met nautilus.distribution.notificationsPerDistribution in het configuratiebestand nautilus_config.properties.

Prestatieoverwegingen

Deze taak wordt vrij regelmatig uitgevoerd. De belasting wordt echter beperkt doordat er per uitvoering een maximaal aantal meldingen wordt verwerkt. Deze tweeledige distributieaanpak stelt het systeem in staat meldingen te versturen zodra deze beschikbaar zijn, zonder het systeem te overbelasten wanneer er sprake is van een grote hoeveelheid meldingen, zoals aan het begin van een semester, wanneer nieuwe cursussen online worden gezet.

Als het distributieproces gevolgen heeft voor de prestaties, voer de taak dan minder vaak uit. Dit heeft dan wel consequenties voor de snelheid waarmee meldingen worden verstuurd. Als het distribueren te lang duurt, kunt u ook het aantal meldingen verlagen dat per uitvoering wordt verwerkt.

Als u aan de andere kant merkt dat meldingen niet snel genoeg worden bezorgd, voert u de taak minder vaak uit en verkleint u het aantal meldingen per uitvoering.

Sommige ontvangers worden alleen op naam verwijderd. Dit houdt in dat de bijbehorende records aanwezig blijven in het systeem, maar wel worden gemarkeerd als VERWIJDERD.