Alle nieuwe taalpakketten worden gemaakt door een bestaand taalpakket te bewerken en te wijzigen. Er zijn twee verschillende werkstromen beschikbaar om dit proces te voltooien. De gekozen werkstroom is afhankelijk van het vaardigheidsniveau van de vertaler en de omvang van de vertaling die moet worden gemaakt. In dit onderwerp worden de werkstromen en de voor- en nadelen van de verschillende werkstromen uitgelegd.

Een nieuw taalpakket beschikbaar stellen aan gebruikers

  1. Stel het nieuwe taalpakket samen door een van de onderstaande methoden te gebruiken:
  2. Sla de wijzigingen op.
  3. Ga terug naar de pagina Taalpakketten.
  4. Selecteer Beheren voor het nieuwe taalpakket.
  5. Stel het taalpakket in als Beschikbaar.
  6. Definieer de beschikbaarheid op de niveaus Cursus, Organisatie en Gebruiker.
  7. Meld je af bij Blackboard Learn.
  8. Meld u aan om het resultaat te controleren. Als dit taalpakket bijvoorbeeld wijzigingen bevat op cursusniveau, meld u zich aan als cursusleider of cursusbeheerder en wijzigt u de cursusinstellingen om het nieuwe taalpakket te implementeren.
  9. Bekijk Blackboard Learn en controleer vanuit het juiste perspectief of het taalpakket in gebruik is: cursus, organisatie of gebruiker.

Een taalpakket maken door een bestaand taalpakket te kopiëren en te wijzigen

Kies deze methode om een nieuw taalpakket te maken als u de taal spreekt van het pakket dat u wilt maken. Als een gebruiker bijvoorbeeld zowel Nederlands als Spaans spreekt en een Frans taalpakket maakt, is het handig het Engelse taalpakket te exporteren als gekopieerde taal.

Net als bij het importeren worden ook bij het kopiëren van een bestaand taalpakket wijzigingen in het nieuwe manifest automatisch doorgevoerd en heeft de vertaler de mogelijkheid om Blackboard Taalpakketeditor te gebruiken voor het bewerken van taalbundels en eigenschappenbestanden.

De naam en code van het nieuwe taalpakket zijn belangrijke aspecten. De naam moet duidelijk aangeven om wat voor taalpakket het gaat. "Nederlands (België)" is een goed voorbeeld. Als u taalpakketten maakt die ook door andere instellingen kunnen worden gebruikt, moet de code voldoen aan de ISO-normen voor land- en taalcodes. Gebruik de voorgeschreven notatie voor de code: de taalcode bestaande uit twee kleine letters gevolgd door een onderstrepingsteken en de landcode bestaande uit twee hoofdletters. Nederlands (België) krijgt dan de code: nl_BE.

Ga naar de volgende website voor meer informatie over de ISO-landcodes en andere landspecifieke aanduidingen: http://www.iso.org/iso/home.htm.

  1. Selecteer Taalpakketten in het configuratiescherm voor systeembeheer.
  2. Selecteer Kopiëren naast een bestaand taalpakket.
  3. Voer een naam in voor het nieuwe taalpakket.
  4. Voer een code in voor het nieuwe taalpakket.
  5. Als het kopiëren is voltooid, gebruikt u Taalpakketeditor om de taalbundels te wijzigen.
  6. Sla de wijzigingen op.

Als je een taalpakket maakt dat niet buiten de instelling zal worden gebruikt,hoeft de naam van het pakket niet te voldoen aan de ISO-norm voor landcodes. Er kan bijvoorbeeld een aangepast taalpakket voor het Pools worden ontwikkeld voor gebruik door de studenten van de Universiteit Groningen: pl_PL_UG.


Een taalpakket maken door een bestaand taalpakket te exporteren en te wijzigen

Gebruikers kunnen een bestaand taalpakket exporteren en vervolgens externe tools (dus niet van Blackboard Learn) gebruiken om alle stappen voor het maken van een nieuw taalpakket uit te voeren. Wanneer het geëxporteerde pakket wordt geopend, zijn op het hoogste niveau twee items zichtbaar: het manifestbestand en de map met de localenaam. De map met de localenaam bevat alle afbeeldingen en taalbundels. Het manifestbestand bevat metagegevens van het taalpakket, zoals de naam, leveranciersgegevens en het releasenummer.

Als deze methode wordt gebruikt, moet de gebruiker het manifest bijwerken. Sommige vertalers willen misschien het manifest bijwerken om informatie te wijzigen met betrekking tot de leverancier, het releasenummer en andere metagegevens van het taalpakket die niet toegankelijk zijn via het geautomatiseerde proces.

Dit is een goede oplossing voor gebruikers die een volledig taalpakket willen maken of voor gebruikers die een specifieke teksteditor willen gebruiken voor het vertalen van taalbundels. Als het taalpakket is geëxporteerd, kunnen de afbeeldingen worden vertaald en kan een willekeurige teksteditor worden gebruikt.

Hier zie je een voorbeeld van het manifest voor het taalpakket en_US:

<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>

<manifest><languagepack><name value="English (United States‭)‬"/><locale

value="en_US"/><leftToRight value="true"/><description value=""/><version value="1.0.0"/><bbversion

value="9.0.351.4"/><vendor><id value=""/><name value=""/><url value=""/><description value=""/></vendor></languagepack></manifest>

De belangrijke informatie wordt aangegeven met de volgende tags:

Tags in manifest
Tag in manifest Beschrijving
<name value="" /> De naam van het taalpakket.
<description value=""/> Een beschrijving van het taalpakket.
<version value="" /> De versie van het taalpakket.
Informatie over Blackboard Learn
<bbversion value=""/ Dit veld mag niet worden gewijzigd.
De versie van Blackboard Learn die momenteel in gebruik is. Deze informatie is belangrijk voor het onderhoud van het taalpakket. Aangepaste taalpakketten werken mogelijk niet meer wanneer Blackboard Learn is bijgewerkt.
Informatie over de leverancier staat tussen de tags <vendor>
<id value=""/> De ID van de vertaler of het vertaalbureau.
<name value=""/> De naam van de vertaler of het vertaalbureau.
<description value=""/> Een beschrijving van de vertaler of het vertaalbureau.
  1. Selecteer Taalpakketten in het configuratiescherm voor systeembeheer.
  2. Selecteer Exporteren naast een bestaand taalpakket. Dit wordt de gekopieerde taal, wat inhoudt dat dit de basis is voor het maken van het nieuwe taalpakket.
  3. Selecteer OK om het ZIP-pakket op te slaan.
  4. Open het ZIP-pakket en pak de inhoud uit.
  5. Open het bestand bb-lp-manifest.xml in een teksteditor.
    De structuur van dit bestand mag niet worden gewijzigd.
  6. Breng de gewenste wijzigingen aan in het bestand naam van het taalpakket, een beschrijving, de versie, en de ID, de naam en de beschrijving van de leverancier.
  7. Open de taalbundels in een teksteditor en breng de benodigde wijzigingen aan.
    Als je een externe tool gebruikt om de taalbundels te bewerken, moet je hierbij voorzichtig te werk gaan. Als u rechtstreeks in de code gaat werken, hebt u geen context voor de tekenreeksen, wat wel het geval is als u Taalpakketeditor gebruikt. Begin pas met bewerken als u hebt vastgesteld welke tekstreeksen moeten worden gewijzigd.
  8. Sla alle bestanden op en voeg ze weer toe aan het ZIP-pakket.
  9. Importeer het nieuwe taalpakket via het configuratiescherm voor systeembeheer wanneer het vertaalproces is afgerond.