Gegevens van cursussen, gebruikers, inschrijvingen en organisaties moeten handmatig worden toegevoegd aan knooppunten in de hiërarchie. Om deze reden en uit veiligheidsoverwegingen is het raadzaam het raamwerk en de beheerstructuur van je instelling te plannen voordat je de hiërarchie gaat maken. Wilt u gebruikmaken van gedistribueerd beheer of van centraal beheer? Welke rollen krijgen gebruikers en komen deze overeen met hun rol binnen de instelling?

  • Centraal beheer houdt in dat een team van beheerders alle niveaus van de hiërarchie beheren. Elk teamlid heeft beheerdersmachtigingen. Dit betekent dat elke beheerder volledige toegang heeft tot alle niveaus van de hiërarchie.
  • Gedistribueerd beheer wordt meestal gebruikt op instellingen waar elke campus een eigen methode heeft voor het beheren van zaken. In een dergelijk scenario kunnen systeembeheerders het beheer van de knooppunten die de campussen voorstellen, delegeren aan andere gebruikers.

Knooppunten toevoegen aan een hiërarchieniveau

  1. Open het configuratiescherm voor systeembeheer en selecteer onder Communities de optie Instellingshiërarchie.

    Hiermee wordt de hiërarchie geopend op het knooppunt van het instellingsniveau. Op dit niveau kunnen geen inschrijvingen en cursussen worden toegevoegd.

  2. Selecteer Knooppunt maken.
  3. Typ een naam voor het knooppunt en eventueel een beschrijving.

    U moet voor elk knooppunt een identificatie opgeven. Als je er geen typt, wordt er automatisch een gemaakt.

  4. Selecteer Verzenden.

Als u een knooppunt hebt gemaakt, kunt u beheerders, cursussen, organisaties en gebruikers toevoegen aan het knooppunt.


Knooppunten verwijderen en wijzigen

  1. Navigeer naar het knooppunt dat u wilt verwijderen of wijzigen.
  2. Open het menu van het knooppunt en selecteer Verwijderen of Bewerken.

Knooppunten verplaatsen in de hiërarchie

U kunt knooppunten verplaatsen naar een ander niveau van de hiërarchie. De gekoppelde beheerders, cursussen, organisaties, gebruikers en afgeleide knooppunten worden dan eveneens verplaatst.

  1. Navigeer naar het knooppunt dat u wilt verplaatsen.
  2. Open het menu van het knooppunt en selecteer Verplaatsen.
  3. Zoek het knooppunt waarnaar u het huidige knooppunt wilt verplaatsen.
  4. Selecteer Verzenden.