Systeembeheerders hebben automatisch toegang tot alle niveaus van de hiërarchie. Afhankelijk van het raamwerk (framework) van de instelling en de bijbehorende hiërarchie, kunnen systeembeheerders via de hiërarchie-interface het beheer van knooppunten op bepaalde niveaus delegeren aan andere gebruikers.

Je kunt een aangepaste systeemrol maken om de beheerbevoegdheden uit de instellingshiërarchie makkelijker te beheren en toe te wijzen. De instellingshiërarchie kan worden beheerd via het configuratiescherm voor systeembeheer, waar je ook allerlei andere speciale en belangrijke instellingen kunt opgeven. Om er zeker van te zijn dat beheerders van de instellingshiërarchie alleen toegang hebben tot dat gebied van het configuratiescherm voor systeembeheer, kun je een aangepaste rol maken en daaraan de gewenste bevoegdheden toewijzen.


Een beheerder toevoegen voor een knooppunt in de hiërarchie

  1. Navigeer naar het knooppunt waaraan je een beheerder wilt toevoegen.
  2. Selecteer het tabblad Beheerders.
  3. Selecteer Beheerder toevoegen.
  4. Kies Bladeren om op gebruikersnaam te zoeken naar een gebruiker die je wilt toevoegen aan het knooppunt en selecteer vervolgens Verzenden.
  5. Selecteer onder Rollen de beheerdersrollen die u wilt toewijzen aan de gebruiker.
  6. Selecteer Verzenden.

    Gebruikers die als beheerder worden toegevoegd aan een hiërarchieknooppunt worden niet als beheerder toegevoegd aan de onderliggende knooppunten op dat niveau. Beheerders moeten voor elk knooppunt dat ze gaan beheren afzonderlijk worden toegevoegd.


Een beheerder voor een knooppunt wijzigen of verwijderen

  1. Navigeer naar het knooppunt waaraan je een beheerder wilt toevoegen.
  2. Selecteer het tabblad Beheerders.
  3. Zoek de beheerder die je wilt wijzigen of verwijderen en open het bijbehorende menu.
  4. Kies Bewerken of Verwijderen.