Het rapport Beoordeling en cijfers helpt je het volgende te begrijpen en te beantwoorden:
-
Hoeveel inzendingen hebben binnen de cijfertijd een cijfer gekregen?
-
Hoe snel krijgen inzendingen een cijfer?
-
Hoe lang duurt het om een cijfer te geven per type inzending?
-
Hoeveel inzendingen moeten een cijfer krijgen?
-
Welk aantal inzendingen krijgen een cijfer binnen de cijfertijd per hiërarchieknooppunt binnen de instelling?
-
Hoe verhouden de hiërarchieknooppunten binnen de instelling zich tot de cijfers?
-
Welke cursussen krijgen binnen de cijfertijd een cijfer?
Gegevensbron: Blackboard Learn
Besturingselementen gebruiken
Gebruik de sectie Besturingselementen om de gegevens in een rapporttabblad te filteren en te verfijnen op basis van je behoeften. Elk tabblad heeft een bepaalde set Besturingselementen of filters die je kunt gebruiken. Je kunt altijd teruggaan en je besturingselementen opnieuw instellen.
Een gedetailleerdere beschrijving van elk besturingselement krijg je in onze Blackboard Data Reporting-sectie Woordenlijst van besturingselementen.
Hoeveel inzendingen hebben binnen de cijfertijd een cijfer gekregen?
Dit ringdiagram vergelijkt het aantal inzendingen dat cursusleiders een cijfer hebben gegeven voor en na de verwachte cijfertijd (dagen) die je hebt geselecteerd.
Overweeg:
-
Als een cursusleider een cijfer vóór of op de verwachte cijfertijd (dagen) terugstuurt, valt het cijfer binnen de cijfertijd.
-
Als een cursusleider een cijfer na de verwachte cijfertijd (dagen) invoert, valt het cijfer buiten de cijfertijd.
Hoe snel krijgen inzendingen een cijfer?
Dit histogram telt het aantal inzendingen op basis van hoe snel ze een cijfer hebben gekregen in dagen en of ze binnen of buiten de cijfertijd vallen, op basis van de verwachte cijfertijd (dagen) die je hebt geselecteerd.
Hoe lang duurt het om een cijfer te geven per type inzending?
In deze tabel worden de minimale, gemiddelde, mediaan en maximale tijd gemeten waarbinnen een bepaald type inzending een cijfer krijgt. De tabel geeft ook aan hoeveel inzendingen er een cijfer moeten krijgen op type inzending.
Overweeg:
-
Berekeningen van minimum, maximum en gemiddelde bevatten gegevenspunten die aanzienlijk afwijken van andere waarnemingen.
Hoeveel inzendingen moeten een cijfer krijgen?
De KPI's tonen het aantal inzendingen dat een cijfer moet krijgen.
Welk aantal inzendingen krijgen een cijfer binnen de cijfertijd per hiërarchieknooppunt binnen de instelling?
Deze gestapelde staafgrafiek meet het percentage inzendingen dat is beoordeeld binnen en buiten de cijfertijd binnen het hiërarchieknooppunt binnen de instelling dat je hebt geselecteerd.
Hoe verhouden de hiërarchieknooppunten binnen de instelling zich tot de cijfers?
In deze tabel zie je hoe de hiërarchieknooppunten die je hebt geselecteerd zich tot elkaar verhouden wat betreft het aantal cursussen, het aantal inschrijvingen van cursusleiders, het aantal actieve studenten, inzendingen die in KPI zijn beoordeeld, het totale aantal inzendingen zonder cijfer, de gemiddelde cijfertijd in dagen, het gemiddelde aantal inzendingen zonder cijfer per cursus.
Overweeg:
-
Inzending becijferd in KPI: KPI verwijst naar de verwachte cijfertijd (dagen) die je hebt geselecteerd.
Welke cursussen krijgen binnen de cijfertijd een cijfer?
Deze tabel toont de cursussen binnen het hiërarchieknooppunt binnen de instelling die binnen de cijfertijd beoordeelde inzendingen bevatten op basis van de verwachte cijfertijd (dagen) die je hebt geselecteerd. Je ziet voor deze cursussen ook het aantal inschrijvingen van de cursusleider, het aantal actieve studenten, het aantal inzendingen zonder cijfer en de gemiddelde cijfertijd in dagen.